8

8

Oudewijvenzomer

 

 

Ik weet niet of u het beseft, maar we beleven momenteel een oudewijvenzomer. Iedereen die tijdens de zomervakantie in Nederland is gebleven is volkomen weggespoeld, maar nu we weer aan het werk zijn breekt er een prachtige, zachte nazomer aan – een oudewijvenzomer.

Ik vind dat een mooi woord, ook omdat het zo politiek incorrect is. Tot ver in de achttiende eeuw was wijf het gewone, neutrale woord voor ‘vrouw’, maar in de negentiende eeuw veranderde dat en tegenwoordig kun je het absoluut niet meer maken om een vrouw een wijf te noemen, laat staan een takkewijf.

Bovendien bestaan er helemaal geen oude wijven meer. Net zoals er al járen geen bejaarden meer bestaan. De moderne westerse mens blijft, althans als hij zichzelf beschrijft, tot ver voorbij de pensioengerechtigde leeftijd fit, sportief, dynamisch, ondernemend en reislustig – kijk er de contactadvertenties maar op na.

Dus geen oude wijven meer, noch oude gebrekkige heren, maar wél de oudewijvenzomer. In de volksmond gebruikt men dit fraaie woord kortweg voor ‘mooie nazomer’, maar de Grote Van Dale geeft een uitgebreidere omschrijving, namelijk ‘nazomer (sept, okt) met mooi hogedrukweer waarin de tuin- en veldspin draden spinnen die door de lucht zweven en in het gezicht voelbaar zijn’.

Over de herkomst van deze naam lezen we op de website van het KNMI: „Volgens oude gezegden mag alleen warmte rond 8 november zo worden genoemd, maar volgens klimatologen gaat het om warme dagen tussen 17 en 25 september. Oorspronkelijk komt het begrip uit de Noordse of Germaanse mythologie, waarin noodlotsgodinnen wevend of spinnend werden afgebeeld. Ze beeldden daarmee de menselijke levensdraden uit. De term oudewijven is waarschijnlijk terug te voeren op een vrouwelijke watergeest met lange witte haren. Later werd hij toegeschreven aan oude breiende vrouwen en aan veldspinnen die bij rustig nazomerweer lange draden spinnen.”

De Grote Van Dale kent nog een overdrachtelijke betekenis van oudewijvenzomer, namelijk ‘door de wind gedragen gespannen draden, herfstdraden’. Dat moet echter een vergissing zijn, want ik zie niet hoe zomer de betekenis ‘draden’ kan krijgen. In feite werd of wordt oudewijven (dus zonder zomer) gebruikt voor ‘herfstdraden’. Die betekenis gaat weer terug op oude volkslegenden waarin oude wijven in de hemel van alles aan het doen zijn: donsbedden aan het opkloppen, zodat het op aarde begint te sneeuwen, dan wel pannenkoeken aan het bakken, waardoor het op aarde begint te regenen terwijl de zon schijnt (het verband is mij niet helemaal duidelijk, maar dat is bij volkslegenden niet ongewoon).

Oudewijvenzomer komt overigens in minstens twee andere talen voor: de Duitsers kennen het als Altweibersommer en de Engelsen als Old Wives’ Summer. (Wie dit laatste googelt komt al snel terecht op de website SeniorMatch, met als aanbeveling ‘Date Tens of Thousands of Sexy Singles over 50 or Senior Singles’, ik bedoel maar.)

Een ander woord voor oudewijvenzomer is allerheiligenzomer, want ook omstreeks Allerheiligen (1 nov.) kan het zomers zijn.

Er blijken trouwens nog diverse andere zomers te bestaan. Men spreekt wel van een kraanzomer voor ‘de heldere herfstdagen wanneer de kraanvogels over ons land trekken’, en met michielszomer of sint-michielszomer bedoelt men ‘de dagen rond eind september, wanneer die mooi weer geven’. En dan heb je natuurlijk nog de Indian Summer, maar dat is een Amerikaanse aanduiding met een hoogst onzekere herkomst, dus daarover wellicht een andere keer.

HOME